Uitslag in metselwerk

Op bakstenen in gemetselde gevels kan een, visueel hinderlijke, witte uitslag voorkomen. Hoe ontstaat deze uitslag? Bij nieuwbouw geldt dat in eerste instantie droging aan het oppervlak plaats vindt. Indien zich in de muur oplosbare zouten bevinden dan worden die door het water meegevoerd

   

   

naar de oppervlakte en na verdamping van het water aldaar afgezet. Er is weliswaar altijd enig oplosbaar materiaal aanwezig, maar de voor oppervlakkige verdamping vereiste verzadiging doet zich praktisch alleen voor direct na de bouw. Latere regen trekt namelijk van buitenaf in de muur en zal dan de oplosbare materialen verder naar binnen spoelen. Daardoor blijft de kans op blijvende uitslag dan beperkt. Na nieuwbouw kan men daarom het beste enige tijd afwachten, omdat de kalkuitslag meestal vanzelf verdwijnt.

In het algemeen kan gesteld worden dat een harder gebakken steen minder makkelijk verplaatsbaar materiaal bevat en dus minder uitslag zal geven. Anderzijds is uitslag bij hardgebakken stenen moeilijker verwijderbaar.

Veelal bevat uitslag voornamelijk kalk uit de mortel, eventueel vrije kalk uit gele stenen en sulfaten uit de steen. De sulfaten zijn meestal goed oplosbaar en verdwijnen snel, behalve calciumsulfaat, dat ontstaat uit de aanwezige sulfaten en de kalk uit de mortel. Pure kalkuitslag verweert op den duur en wordt weggespoeld door regen.
Een bijzonder geval zijn ommetselde betonconstructies waarbij uit het beton uitgeloogde kalk zich op het metselwerk afzetten.
Door onvoldoende voornatten of naspoelen (onvoldoende afzuren) komt soms uitslag van chloriden voor. Een extra nadeel daarvan is dat deze zouten hygroscopisch zijn en tot vochtvlekken in de muur leiden. Afzuren leidt veelal ook tot uitslag van metaalzouten, met bijvoorbeeld gele, groene of bruine verkleuringen tot gevolg. Soms komt ook uitslag door chroom of een ander metaal voor. Dat vooral indien voor het bereiken van een bepaalde kleur metaal bevattende toeslagmaterialen voor de grondstof van de steen zijn gebruikt.

Bij oude massieve muren komt soms het uittreden van silicaten voor, in glasachtige afzettingsvorm. Bij tuinmuren of ommetselde bloembakken kunnen intredende humuszuren de kalk van de mortel aantasten en daardoor tot uitslag leiden.

Ook op vers voegwerk komt vaak kalkuitslag voor. Dat komt doordat ten gevolge van de hoge waterbelasting kalk uit de metselmortel op het voegoppervlak wordt afgezet. Dat vooral bij zeer dichte steen, omdat dan de verdamping vooral via de voeg optreedt.

Vlekvorming in metselwerk
Indien vers metselwerk wordt blootgesteld aan een hoge waterbelasting, kan gemakkelijk cement uitlopen uit het voegwerk, over de stenen. Ook kalk uit het metselwerk kan zo worden uitgespoeld in vers werk. Veelal zal een cementsluier van portlandcement een licht grijze verkleuring geven. Met kalk of witte cement zal het onderscheid met bovengenoemde uitslag minder duidelijk zijn. Indicatief zijn dan de vaak goed herkenbare verticale strepen waar meer water is langsgelopen of van de voegen uitgaande vlekken wanneer weinig is uitgelopen. Dat laatste kan ook een indicatie voor onzorgvuldig afzuren zijn, waarbij de kalk zich op de randen van de steen afzet. Overigens is het ontstaan van een cementsluier vaak te wijten aan het hanteren van de borstel door de voeger; meestal zijn dan de veegstrepen herkenbaar.

Kijk hier bij de oplossingen voor het verwijderen van uitslag.