Wat is optrekkend vocht

Optrekkend vocht is een veelvoorkomend verschijnsel in wanden van metselwerk van veelal oudere gebouwen en woningen in ons vochtige klimaat. Veelal betreft het wanden die in verbinding staan met de gemetselde fundering. Kenmerkend voor optrekkend vocht is dat het in de loop van de jaren

   

ontstaat en verergert, zodanig dat het vocht zich zichtbaar gaat uiten door middel van schimmels, uitbloeiingen, vochtplekken.

Vooral door de naar buiten tredende zouten. Het leidt tot een muffe geur en relatieve hoge vochtigheid in de ruimte bij onvoldoende ventilatie. Daarnaast verminderd het aanzien van de betreffende ruimte. Stuclagen en behang kunnen loslaten, schimmels kunnen zich aan aanwezige goederen hechten.

Oorzaken van optrekkend vocht
Optrekkend vocht wordt veroorzaakt door direct of indirect contact van het steen -of metselwerk met vocht, grond- of lekwater. Natuurlijke absorptie en capillaire werking maken dat vocht optrekt vanuit de grond in een onafgebroken proces. Bijvoorbeeld in de gemetselde fundering en vandaar uit naar de gemetselde opgaande muren. De mate waarin dat gebeurt wordt bepaald door omstandigheden zoals opbouw van de constructie, vochtigheid, temperatuur, verdamping, isolatiemateriaal, aanwezigheid van zouten, bepleistering, etc.

 Factoren die optrekkend vocht bevorderen

  • Een beschadigd trasraam of het ontbreken ervan.
  • Toepassing van verkeerde stenen in de fundering.
  • Poreuze bouwmaterialen in fundering en / of wanden
  • Situaties waarbij het trasraam lager ligt dan de hoogste grond water stand.
  • Verkeerd toegepaste metselspecie, valspecie in de spouw en vervuiling.
  • Toepassing van oude bouwmaterialen verontreinigd met zouten.
  • Grondwater dat vervuild is met zouten.
  • Afdichtende pleisterlagen en of aftimmeringen.

Combinaties van voornoemde factoren kunnen de situatie verergeren. Het verbergen – weg timmeren - van optrekkend vocht door latten of een pleisterlaag, het aanbrengen van lambrisering aluminiumpapier etc. zijn toegepaste middelen om de visuele verschijnselen van het optrekkend vocht aan het oog te onttrekken. Ze creëren echter een “schoorsteen” effect, waardoor het vocht nog hoger optrekt dan zonder deze maatregelen.

Het niveau tot waarop het vocht optrekt, wordt bepaald door evenwicht tussen de hoeveelheid vocht die aan de oppervlakte van de muur verdampt en de hoeveelheid vocht die de muur absorbeert op grondhoogte. Het gebruik van ondoordringbare wandmembranen of -bekleding verminderd de hoeveelheid verdamping, waardoor het vocht gedwongen wordt verder te stijgen. Zo kan optrekkend vocht door een combinatie van deze factoren zelfs boven de eerste verdieping uitkomen.

Bijkomende problemen
Bij optrekkend vocht kan de muur een zodanige hoeveelheid water bevatten dat het een voedingsbodem vormt voor de groei van houtaantastende algen of soortgelijke schimmels die goed gedijen onder vochtige omstandigheden. Deze kunnen de houtconstructies van een gebouw danig aantasten. Een goed geconditioneerde ruimte, voldoende verwarmd en geventileerd vertraagt het proces weliswaar, maar het optrekken van vocht gaat toch langzaam door.

Onderzoeken en beoordelen van de aanwezigheid van optrekkend vocht
Om te onderzoeken of inderdaad sprake is van optrekkend vocht en omdat daarvoor vele oorzaken mogelijk zijn, is het gewenst om een specialist onderzoek te laten verrichten. Daarnaast dient bekeken te worden wat de meest effectieve oplossing is in de gegeven situatie.

Dit onderzoek kan bestaan uit:

  • Visuele inspectie van het gebouw en omgeving; is sprake van optrekkend vocht?
  • In kaart brengen van de plattegrond en de muurgedeelten waar optrekken van vocht plaats vindt, mede op basis van ter beschikking staande bouwtekeningen.
  • Onderzoek naar soort fundering en samenstelling van de fundering.
  • Vaststellen van de hoogte van het optrekkend vocht in de desbetreffende muurgedeelten, met de Ervas elektro indicatie meter.
  • Vaststellen en controleren van het vochtpercentage met de calcium carbid meter.
  • Eeventueel boormonster nemen en onderzoeken op aanwezigheid van zouten in het metselwerk.

Na het onderzoek brengt Ervas een advies uit over de te nemen maatregelen en de daarvoor aanbevolen methoden. Een indicatie van de kosten om het probleem op te lossen behoort eveneens tot het advies. Voor algemene informatie over de inspectie, de analyse en de rapportage: zie Analyse en Inspectie

Waar moet de oplossing aan voldoen?
Voorkomen is beter dan genezen. Daarom is het ideaal plaatje dat vocht niet van buiten in de constructie kan dringen (noch horizontaal noch verticaal). Bij nieuwbouw kunnen wanden en aansluitingen op effectieve wijze van buitenaf behandeld worden. Bij bestaande bebouwing is dat vaak lastiger of economisch niet haalbaar.
Als het vocht eenmaal in de constructie aanwezig is kan het, zonder verdere maatregelen, gaan optrekken. Daarom is het aanbrengen van horizontale barrières in de constructie aanbevolen, zodat vochttransport stopt of voorkomen kan worden. Bij nieuwbouw wordt daartoe veelal een waterdichte laag in het opgaande metselwerk (trasraam) aangebracht. Dit is echter vrijwel niet toepasbaar bij reeds bestaande gebouwen.

Het probleem nader geanalyseerd
Optrekken van vocht vindt pas plaats na intrekking van het vocht in het bouwmateriaal, vaak de fundering. De meeste natuurlijke constructiematerialen zijn waterabsorberend en worden gemakkelijk vochtig, daar hun ondergrond wateropnemend of wateraantrekkend is. Het ideaal is dat de oppervlakten van de materialen waterafstotend of niet makkelijk water verspreidend zijn. Indringing wordt dan tegengegaan. Bij veel bestaande constructies zijn de oppervlakten echter juist wateraantrekkend en moeten er derhalve middelen gevonden worden om het oppervlak te veranderen van wateraantrekkend in waterafstotend.

Deze wijziging kan plaatsvinden door het wijzigen van zijn chemische aard.Technisch gezien is dit betrekkelijk gemakkelijk voor buitenoppervlakken, maar dat is veelal niet economisch of esthetisch aantrekkelijk. Graafwerk aan de buitenzijde van gebouwen is in veel gevallen ook niet mogelijk.

Daarom zijn in de loop van de jaren methoden ontwikkeld om het optrekken van vocht dat zich reeds in de constructie bevindt, zoals in poriën van steen -en metselwerk, te stoppen zoals:

  • Elektro-kinese; een methode die vooral in Oost-Europese landen werd toegepast.
  • Poriënvullende systemen, van natronwaterglas tot acryl armide gels.

Veel van deze systemen zijn heden achterhaald of verboden omdat ze schadelijk zijn voor het metselwerk door de vorming van zouten, omdat ze zeer giftig voor de volksgezondheid of omdat ze milieu onvriendelijk zijn. Deze behandelingen zijn ook moeilijker, vooral als men een dieptebehandeling wenst en als tevens het metselwerk nog moet “ademen”.

Wat is de oplossing?
Ervas ontwikkelde een uniek antwoord op dit probleem: het Ervas injectiesysteem . Onder regelbare druk wordt van binnenuit de kelder een vloeistof in de constructie gespoten, zodat een horizontale blokkade wordt gevormd in de poriën van het bouwmateriaal, waardoor het hinderlijke vochttransport stopt. Bij voorkeur wordt de barrière gelegd in de fundering, dus zo laag mogelijk. Bij een hogere waterstand wordt deze daarboven aangebracht.

Methoden
Zodra geconstateerd wordt dat capillaire werking - intern vochttransport in de steen - in het funderingsmetselwerk en eventueel overige metselwerk plaats vindt, is het raadzaam om dit metselwerkgedeelte te behandelen met het effectieve Ervas – systeem.

Er zijn verschillende injectie-methoden: handmatig, met onderdruk en met lage druk. De keuze is afhankelijk van tijd en het doordringend vermogen van de steen, maar ook de hoeveelheid te injecteren m3 metselwerk.

Injectie onder hoge druk van de afzonderlijke stenen zelf.

Injectie onder lage druk die leidt tot een volledig verzadiging van het metselwerk door capillaire opnemen van de injectie vloeistof.



Uitvoering
De injectiebehandeling gaat als volgt te werk:

  1. Om te kunnen injecteren dienen gaten te worden geboord. Nadat de wand is geschoond, boort men ter hoogte van de beoogde plaats van blokkeren gaten, met bijvoorbeeld een onderlinge afstand van 10-12 cm, onder een hoek van 25 graden. Deze boorgaten worden middels injectie gevuld met. Het aantal gaten is afhankelijk van de samenstelling van de baksteen en zijn verzadiginggraad. Een gat per steen worden normaliter aanbevolen. Indien het metselwerk zeer dicht is, zijn mogelijk meerdere gaten per steen nodig om de verdeling van de vloeistof gelijk te maken, zodat een totale verzadiging van de geïnjecteerde laag wordt bereikt.
  2. Afhankelijk van de poreusheid van de steen of voegspecie wordt het vullen met de Ervas injectievloeistof herhaald totdat er voldoende verzadiging heeft plaatsgevonden.
  3. Na controle van de verzadiging worden de geboorde gaten afgedicht met Ervas Boorgatenvuller.

Milieu
Ervas Injectievloeistof is een milieuvriendelijke en watergedragen . Ontwikkeld na vele jaren van grondig laboratoriumonderzoek, veelal uitgevoerd door onafhankelijke instellingen en gebruikmakend van de praktijk. De vloeistof bestaat uit grondstoffen op basis van watergedragen siliconaten die met koolzuur uit de lucht een chemische verbinding vormen.

Resultaat
De resultaten van deze methode zijn zeer goed, mits door specialisten uitgevoerd. De vloeistof toont zich, mits toegepast met het Ervas injectiesysteem, zowel vanuit zijn structuur als zijn indringend vermogen superieur in alle vormen. De structuur van het bestaande metselwerk wordt versterkt. Het optrekkend vocht wordt geweerd en geblokkeerd.

Ervas bestrijdt het vocht doeltreffend bij de oorsprong