Kwaliteitszorg

Met het oog op de uitvoering van een nadien aan te brengen Ervas-Lijmwapening kunnen er vanuit het oogpunt van de kwaliteit diverse relevante onderzoeken van het materiaal en van het versterkingssysteem worden uitgevoerd. De procedures voor die onderzoeken worden in de

 

volgende groepen onderverdeeld:

1.1      Draagkrachtige ondergrond (kwaliteit en voorbereiding)
1.2      Herprofileermortel / matrixsystemen
1.3      Onderzoeken in het kader van de kwaliteitszorg

De constructeur van het project moet tijdens de planning telkens opnieuw beoordelen welke van de hierna opgesomde onderzoeken noodzakelijk zijn. Het gebeurt slechts zelden dat alle opgesomde  punten tegelijkertijd  kritisch en vanuit kwaliteitsoogpunt  relevant zijn.  De geselecteerde  onderzoeken  moeten  in  de  lijst  met  uit te voeren  prestaties worden opgenomen.

De constructeur van het project en de uitvoerende onderneming moeten onder alle omstandigheden garanderen dat de werken in overeenstemming met de relevante statische metingen worden uitgevoerd. De dragende delen mogen in elk geval pas verwijderd worden nadat de Ervas-Lijmwapening is aangebracht en nadat de hiervoor verantwoordelijke ingenieur toestemming heeft gegeven.

1.1    Draagkrachtige ondergrond (kwaliteit en voorbereiding)

 Bepalen van de drukvastheid van het beton door het nemen van proefstukken of door het gebruik van een terugslaghamer.
De omvang van de proef moet zo gekozen worden dat men voldoende informatie krijgt over de verdeling van de stevigheid van het beton. Kritieke plekken, vooral in de buurt van verankeringen, moeten bijzonder nauwgezet onderzocht worden. Een mogelijk controleprocédé bestaat erin om kernboringen te nemen en de boorkernen vervolgens in een laboratorium te laten onderzoeken. Vaak volstaat het echter als men de stevigheid van het beton met een terugslaghamer bepaalt.

 Bepalen van de spanning in de hechtingslaag aan het oppervlak van het beton en op de egalisatiemortel.
De  hechting  van  de  carbon-lamel  aan  het  betonoppervlak  is  van  doorslaggevend belang voor de keuze van de later aan te brengen Ervas-Lijmwapening. De trekkrachten uit de Lijmwapening worden via afschuifspanningen verticaal op het betonoppervlak in het beton afgevoerd. Naar gelang de Ervas-Lijmwapening raden wij u voor de kwaliteit van de dragende ondergrond de volgende waarden aan:

Tabel 1 - Treksterkte dragende ondergrond

De treksterkte van het beton wordt op minstens drie plaatsen op het hiertoe voorbereide betonoppervlak bepaald. De diameter van de stempel die bij de controle gebruikt wordt, bedraagt 50 mm en de ringvormige groef moet 5 mm in het beton doordringen.

Als er egalisatiemortel wordt gebruikt, moeten er aan de rand van de egalisatielaag per vierkante meter één resp. voor grotere oppervlakken drie controles worden uitgevoerd. Hierbij moet voor elke stempel een ringvormige groef met een binnendiameter van 50 mm tot in de kern van het beton geboord worden. De doelstelling die qua treksterke gehaald moet worden, wordt uitgedrukt in de vorm van een gemiddelde waarde. In principe moet men rekening houden met een grotere spreiding. Daarom verdient het volgende procédé de voorkeur:

De gemiddelde waarde fctm die het resultaat is van minstens drie controles, mag niet kleiner zijn dan de waarde fct die in tabel 1 vermeld staat.

 Effenheid van het voorbereide betonoppervlak.
Tests hebben aangetoond dat pas aangebrachte lamellen van Ervas loskomen van het beton wanneer het betonoppervlak een vrij grote oneffenheid vertoont. De hoge buigstijfheid van de lamel zorgt ervoor dat de lamel uitrekt onmiddellijk na het aandrukken. De adhesie van de verse lijm is niet voldoende om de lamel tegen het betonoppervlak te houden. Ter hoogte van de kuilen ontstaan er onder de lamel luchtbellen en holle ruimtes in de lijm. Die defecten verzwakken de verbinding en ze zijn op het einde van de verankeringen van de lamellen erg gevaarlijk. Een concave kromming, die de Ervas-Lijmwapening tegen het beton drukt, wordt niet afgekeurd.

 Oneffenheden  in  het  betonoppervlak  moeten  geherprofileerd  worden  met herstellingsmortel resp. egalisatiemortel die als systeem gecertificeerd zijn. 
Ervas-Lijmwapening mogen niet op een oneffen dragende ondergrond vastgelijmd worden want dit zou aanleiding geven tot ongewenste draaikrachten.

Bij gebruik van een metalen lat met een lengte van 2 m mogen geen oneffenheden van meer dan 5 mm overblijven. Over een lengte van 30 cm zijn geen oneffenheden van meer dan 1 mm toegestaan. Er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van egalisatiemortel die als systeem is onderzocht.

Vóór het verlijmen moet men de luchttemperatuur, de relatieve luchtvochtigheid, het dauwpunt, de temperatuur van het beton en van het Ervas-Lijmwapening en de vochtigheid van de beton controleren.

 Bepaling van het dauwpunt
Om de dauwpunttemperatuur te berekenen, moet men de relatieve luchtvochtigheid en de luchttemperatuur meten. Zo kan men de bijbehorende dauwpunttemperatuur berekenen. Om het kunnen beoordelen hoe groot het gevaar voor de vorming van condenswater is, moet hij de dauwpunttemperatuur vergelijken met de temperatuur aan het oppervlak van het onderdeel. Die temperatuur moet minstens 3°C hoger zijn dan de dauwpunttemperatuur.

 Vochtigheid van de dragende ondergrond in beton
Het opwarmen  van het oppervlak  levert een eerste aanwijzing  of er al dan niet storend vocht aanwezig is. Een vochtig oppervlak wordt lichter van kleur wanneer het opdroogt. Kwantitatief gezien kan het vochtgehalte bepaald worden met behulp van een CM- toestel.

1.2    Herprofileermortel / matrixsystemen

Bij het over het volle oppervlak inrijgen van minerale bouwmaterialen (beton) moet men in elk geval rekening houden met een aantal natuurkundige overwegingen. Dertig tot vijftig procent van het oppervlak van het onderdeel moet waterdamp kunnen doorlaten. Het is dus niet zinvol het oppervlak volledig met een matrix uit epoxyhars te omgeven.

Ervas-Lijmwapening heeft een speciale epoxymatrix die aan de hand van cement kwalitatief verbeterd is. De samenwerking tussen deze twee bindmiddelen die fundamenteel van elkaar verschillen, komt tot stand omdat de cementkristallen zich door de druk van de waterdamp  inwerken  in  het  voordien  ontstane  geraamte  uit  epoxyhars. Met de als systeem gecertificeerde lijm worden de krachten uit de versterkende vezel aan de dragende ondergrond doorgegeven. De producenten van de Ervas-Lijmwapening hebben met die verbindingen  uitvoerige  tests en systematische  onderzoeken uitgevoerd.

1.3    Onderzoeken met het oog op de kwaliteitszorg

 Onderzoeken van lijm
Met het oog op het onderzoeken van lijm kan men lijmprisma’s van 40 x 40 x 160 mm gebruiken. Aan de hand van die teststroken wordt de trekkracht bij het buigen en de elasticiteitsmodulus bepaald. Die prisma’s moeten geproduceerd worden op basis van het laatste mengsel van de dag. Als de charge van de lijm in de loop van de werkdag wijzigt, moet men twee bijkomende prisma’s produceren en controleren.

Verbinding Ervas-Lijmwapening
De kwaliteit van de verbinding van de aangebrachte FRP-versterkingsmaatregelen is van zeer groot belang. De verbinding kan gecontroleerd worden door het bepalen van de treksterkte.

Bij dit soort tests moet men met een kernboor ringvormige groeven door de FRP- matrix boren, waarbij die groeven 5 mm diep in het beton moeten doordringen. Dan worden de stempels op de uitgeboorde stukken FRP gekleefd om de treksterkte te kunnen controleren. Het is het beton dat hierbij moet breken.

Met die methode kan men het gedrag van het beton op lange termijn controleren. Bij de bouw van bruggen kan men de treksterkte bijvoorbeeld om de tien jaar opnieuw testen.

Effenheid van verlijmde Ervas-Lijmwapening
Voor het product aangebracht wordt, moet men controleren of de ondergrond effen genoeg is. Daarbij mag de afwijking van een perfect oppervlak over een afstand van 30 cm niet meer dan 1 mm bedragen en over een afstand van 2 m niet meer dan 5 mm. Krommingen die de Ervas-Lijmwapening tegen het beton drukken, worden niet afgekeurd.