Parkeergarage Antwerpen

Rapportage Onderzoek

Gebouw Copernicus te Antwerpen

Onderzoek naar waterdichting

Het doel is om, aan de hand van betontechnisch en bouwkundig onderzoek een beoordeling te kunnen geven over de kwaliteit van de betonnen kelder en hiermee een oplossing te kunnen aandragen voor de lekkageproblemen.

Over de gehele vloer zijn representatieve steekproeven uitgevoerd met betrekking tot de;

  • dekking van de wapening
  • vloerdiktes
  • scheuren

De vloerinspectie is tevens bedoeld is om een beeld te krijgen van de omvang van de vloerschade en dit in kaart te brengen, waarbij de gehele vloer is onderverdeeld in 3 vleugels waarbij de resultaten in dit rapport zijn opgenomen. Indien bepaalde vloervelden dubieus of twijfelachtig zijn zal er een reparatieadvies voor gegeven worden. Aan de hand van de verkregen resultaten en de inspectie dient te worden aangegeven wat de toekomstverwachtingen van de constructieonderdelen zijn en welke maatregelen noodzakelijk zijn om een goed functioneren te realiseren.

Het gebouw is reeds ca. 30 jaar oud en lekt volgens opgave pas de laatste 3 jaar ten gevolge van  verandering van de waterstanden ter plaatse. De kelder is gebouwd in betonconstructie waarbij het meest aannemelijk is dat de wanden en kolommen op respectieve verzwaarde stroken en poeren zijn gefundeerd. Er is mede gedeeld dat de grond onder het gebouw bestaat uit een stabiele zandlaag. Het gebouw heeft de vorm van een U,  een middendeel en twee zijvleugels. De kelder  in het midden en het linkerdeel is gelegen onder het gebouw. De rechter zijvleugel waar de garage zich bevindt ligt deels onder en deels buiten het gebouw. In de vloeren zijn geen dilataties opgenomen tussen de onderlinge delen, de vloeren zijn als één vloer uitgevoerd. In de ontvangen rapportage wordt aangegeven dat, de bovenkant van de keldervloer zicht bevindt op 3150mm onder vloerpeil begane grond, wat bijna gelijk is aan het straatpeil.

Volgens de huidige peilbuismetingen staat het grondwater nu ca. 1 m¹ boven de keldervloer.  Of dit tevens de eindstand dan wel de hoogst haalbare stand is, is niet gemeld of bekend. Voor uitgangpunten van constructieberekening is het wel noodzakelijk dat dit bekend is. Mocht bij verder uitwerken van de plannen blijken dat de overspanning met de maximaal te halen constructie hoogte onvoldoende zijn om weerstand te bieden tegen de waterdruk zullen op de berekende de plaatsen voorzieningen getroffen moeten worden in de vorm van wanden, kolommen of trekankers in de grond. Deze zijn niet opgenomen in de huidige prijs vorming

 

Uit hoogtemetingen van de garagevloer blijkt dat er een verschil in hoogte is in de vloer van 70 mm tussen het hoogste en het laagste punt gemeten over de gehele vloer. Indien een  uitgangspunt wordt genomen waarbij we de voet van de kolommen 0  stellen dan bolt de vloer op zijn hoogste punt ca 35 mm, meest waarschijnlijk ten gevolge van de waterdruk.

 

Uit de geboorde kernen blijkt de garagevloer in bouwdeel A een dikte heeft tussen de 150 en 190 mm, waarbij het hart van de wapening op ca 50 mm diepte ligt vanaf de bovenkant vloer,  waardoor er een constructieve hoogte overblijft van 110 -140 mm met enkelnet. Een waterdruk van 10 KN/m²  en

een overspanning van bijna 7 m¹  kan met deze vloer niet opgenomen worden. Daarbij opgeteld de spanningen in combinatie met normale (krimp-) en of zettingspanning hebben tot gevolg gehad dat er scheuren zijn ontstaan, die na verhoging van de waterstand zijn gaan lekken.

 

De vloeren in de bouwdelen B en C hebben een grotere dikte, echter de lekkages komen in dezelfde of iets mindere mate voor als in bouwdeel A. De scheurvorming in de vloer is ook in mindere mate aanwezig dan in bouwdeel  A,  wel is er bolling in de vloervelden waargenomen. Ongeacht de dikkere betonvloeren hebben de vloervelden te weinig wapening (enkelnet) om de spanningen in welke vorm dan ook op te nemen. Volgens de huidige uitgangspunten is er te weinig wapening.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat de keldervloeren niet ontworpen zijn een op waterdichting en op constructieve waarden tegen waterdruk van onderaf.

 

 

Geconstateerde gebreken

 

  • Scheuren in de afwerkvloer zijn door gezet van uit de betonvloer ten gevolgen van buigmomenten. deze scheuren zijn watervoerend en lekken permanent.
  • Kim lekkage verspreid over het gebouw zowel boven de afwerkvloer als onder de afwerkvloeren.
  • Scheuren in wanden wel en niet watervoerend.
  • Grondnesten in wand en minder verdicht beton in de wanden.
  • Scheuren in de vloer ten gevolgen van zetting van gebouwverschillen.
  • Lekkage uit de wanden vanuit verticale lopende scheuren (krimp) scheuren.
  • Lekkage vanuit de plafonds met name het keldergedeelte dat buiten het gebouw ligt.
  • Lekkage van de rioolbuizen onder het plafond.
  • Lekkage van de aansluitingen tussen plafond en wand komen van af de straat zijde.

Lekkage door beluchting buizen van af de straat zijd

Uit de gegevens blijkt dat de vloeren ontworpen en gemaakt zijn als een harde onderlaag voor rijbaan, en geen constructiewaarden hebben. De aanpassingen die plaats moeten vinden aan de vloeren is de verandering van verharden onderlaag naar een constructieve betonvloer met voldoende weerstand tegen de te verwachten waterdruk en met waterdichting.

Conclusie en advies bouwdeel A

De vloer in de garage bouwdeel A kan alleen een waterdichte garantie verkrijgen als alle genoemde problemen zijn opgelost, dat wil zeggen dat de scheuren dicht moeten zowel in vloer, wanden en de kim. En dat de vloer weer voldoende sterk is om de te verwachten spanning op te nemen. Dit kan verkregen worden door de bestaande deklaag op de vloer te verwijderen, waarna de betonvloer ca 50 mm wordt verwijderd. Hierna worden alle lekkagepunten afgedicht door middel van injectie en Ervas afdichtingsystemen. Extra wapening voorzien bij wanden en kolommen op de onderlaag. Tevens een nieuwe bovenwapening aan te brengen waarna een betonlaag met een dikte van 20-22 cm wordt gestort. Toepassingsklasse: Rc3 Sterkteklasse: C28/35 Milieuklasse: XC3 en deze monolithisch af te werken met verharden toplaag RMX 03 vlakheidklasse 3 NEN 2743. Waarbij wij als uitgangspunt hebben dat de bestaande resterende vloer samenwerkt met de nieuw aangebrachte betonvloer, zodat een vloer ontstaat met een hoogte van minimaal 30 cm en een dubbelnet.

Dit geeft een verhoging van het bestaande vloerpeil van ca 7 cm tot max 10 cm , de laagst gemeten doorrijhoogte is 213 cm  dit wordt dan 203 cm. Dit is acceptabel, aangezien veel openbare parkeergarages in /België/ Nederland een hoogte hebben van max 190 cm.

Conclusie en advies bouwdeel B en C

De kernboringen hebben aangetoond dat de vloervelden op deze locatie dikker zijn dan in het deel A van de garage. Ook zit de wapening relatief hoger in de kern, waardoor de rekenkundige waarde gunstiger uitkomt bij druk van onderaf. Bij een waterdruk van 1 m (10KN) zou theoretisch een vloerdikte van ca 400 mm voldoende zijn om zonder veiligheidfactor in evenwicht te zijn. Tussen wanden en kolommen zal echter een positief moment plaatsvinden waar trek in het beton ontstaat. Deze trek kan echter niet worden opgenomen door het ontbreken van wapening op die plaatsen. Door mogelijke wisseling van de waterstand, zullen  ook wisseling ontstaan in de vloerspanning.

Uit prijstechnische overwegingen zou men, in eerste instantie, kunnen kiezen om de lekkage af te dichten doormiddel van injectiemethoden, waarbij wel de dekvloer rond de kimmen verwijderd dient te worden. Dit ten behoeve van een kwalitatief goede uitvoering van het injectie werk. Het nadeel is dat men hiermee wel een risico neemt van opnieuw lekkage bij het optreden van wisselingen in de omstandigheden in waterhoogte en of spanningen in gebouw. Het gebouw staat in de huidige situatie leeg, daarmee is dit risico te nemen, maar bij volledig gebruik en vol met archieven is het probleem zeer groot, zodra er dan alsnog lekkage optreed. Mogelijk zou het zou in twee stappen uitgevoerd kunnen worden eerst afdichten doormiddel van injectie en daarna vloervervangend.